Soms weet je gewoon niet wat je wil. Iedereen om je heen lijkt het te weten, behalve jij. Je wikt en je weegt…Een paar jaar geleden meende ik te weten wat ik wilde. Mijn stip op de horizon was ook echt duidelijk. In mijn eigen praktijk had ik iets teveel zware paro-patienten gezien.
Zo vanuit mijn eigen praktijk ging het me niet lukken om heel Nederland van nog betere mondzorg te voorzien. Ik moest het hogerop gaan zoeken. Zo werd ik bestuurslid van de NVM. Ik nam me voor om niks meer buiten het beleid van de NVM te verkondigen.
Dat betekende uiteindelijk dat ik niks meer durfde te zeggen. Ik zat compleet op slot. Ik had continue het gevoel dat er een olifant op mijn borstkast zat. Ik wist niet meer hoe ik ging fiksen waarvoor ik was gekomen. Iemand zei tegen me: “Het lijkt wel alsof je in de startblokken staat en het startpistool maar niet afgaat.”
Uiteindelijk had ik de moed bij elkaar geraapt om nu echt eens aan te geven wat mijn punten waren die echt uit mijzelf kwamen. Maar helaas…het was te laat…of juist te vroeg. Mijn mening was al niet meer interessant. Ik kreeg geen vertrouwen meer losgepeuterd en besloot op te stappen.
Het voelde alsof ik van mezelf verloren had. Dit gevoel herkende ik maar al te goed. Ik wist wat me te doen stond. Dat gevoel ging ik simpelweg niet meer toelaten. There, I said it. Ook ik ben een enorme stumper. Dit is wat je nooit van me ziet. Dit is wat ik voor je verborgen hou omdat ik me er voor schaam. Ik ben niet trots op. Of toch wel?
Ja, man! Ik ben wel trots. Ik stond namelijk gewoon weer op. Ik stond op want ik wist precies wat dit over me zei. Het zei dat ik iets te melden heb. Ik moet rennen, springen, vliegen, vallen, opstaan en weer doorgaan. Dat is Lieneke. Door schade en schande wijzer. Die stoot keihard haar neus en toch zit die neus er nog steeds op. Ik heb zelfs een betere neus gekregen en steek die in allerlei zaken. Ik weet weer wie ik ben. En ik laat me nooit…nooit meer zeggen dat ik mijn mond moet houden.
Ja, je mag me zien vallen en als een hoopje op de grond zien liggen. Als je dan triomfantelijk je stalen schoen in mijn zij zet, weet ik genoeg. Dat zegt iets over jou en niet over mij. Als ik goed om me heen kijk dan zie ik genoeg handen die me overeind willen trekken. Uiteindelijk moet je wel weer zelf op je twee benen gaan staan.
Een coach is die helpende hand. Het is fijn om een hand in je rug te voelen die je niet vooruit duwt maar je steunt om in je eigen tempo je eigen weg te volgen. En onthoud: Iedereen doet maar wat…niks is wat het lijkt. Iedereen valt weleens. Je ziet het alleen niet. Heb je een coach nodig, laat het me even weten…